Image
dame met haar electrische fiets
Elektrische fietsen zitten in de lift, ze maakten in 2017 maar liefst 45% van het totaal aantal verkochte fietsen uit.

Bijna 1 op 2 van de verkochte fietsen in ons land is elektrisch. Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête van fietsevent Velofollies. De cijfers geven tevens aan dat de verkoop quasi stabiel blijft terwijl het aandeel van de elektrische fiets gestaag toeneemt. Ook springt de opvallend stijgende verkoop van elektrische damesfietsen in het oog.

Met een verkoop van iets meer dan 485.000 fietsen (2017) tekent ons land een bescheiden groei van 2% op ten opzichte van 2016. Ter vergelijking: in Nederland neemt het aantal verkochte fietsen jaar na jaar telkens met enkele procenten af (bron: RAI vereniging).

Binnen die 485.000 fietsen bedraagt het aandeel van de elektrische fiets intussen 45% tegenover 39,2% in 2016.

Opvallend cijfer is de enorme toename van de verkoop van damesfietsen. Ruim 63% van de verkoop is toe te schrijven aan damesfietsen en binnen dat segment is het aandeel van de elektrische fiets inmiddels opgelopen tot maar liefst 75,5%.

Drie klassen

Voor elektrische fietsen is sinds 1 oktober 2016 een aparte reglementering van kracht. Ze worden ingedeeld in drie klassen, gaande van de gewone elektrische fiets en de gemotoriseerde fiets tot de zogeheten speed pedelec.

De grote verschillen tussen de gewone elektrische fiets (officieel: fiets met elektrische hulpmotor) en gemotoriseerde fiets zijn dat je minimaal 16 jaar moet zijn om met de laatste te mogen rijden en dat je een COC (Certificaat van Overeenstemming) moet hebben. Ander groot verschil: het vermogen van de eerst genoemde is beperkt tot 250 Watt terwijl een gemotoriseerde fiets een maximaal vermogen van 1000 Watt mag hebben.

Bovendien is een B.A.-verzekering noodzakelijk als de gemotoriseerde fiets ook autonoom werkt, lees: kan rijden zonder te hoeven trappen. Bij de fiets met elektrische hulpmotor spreekt men louter van trapondersteuning. Dat betekent concreet dat je met die fiets moet trappen om de motor aan te zwengelen.

Het derde type en de voorlopig minst populaire fiets is de speed pedelec. Deze rijdt tot 45 km/uur en behoort tot de categorie ‘Bromfiets klasse P’ (de nieuwe klasse naast A en B). Alle andere specificaties en verplichtingen vind je hierna.

De speed pedelec in 5 vragen

1 Nummerplaat?

Die is verplicht. Inschrijven doe je bij het DIV, net zoals bij een auto. Wie nog niet in regel is, krijgt nog 31 december 2018 de tijd om zijn snelle tweewieler in te schrijven.

2 Rijbewijs?

Een bromfietsrijbewijs AM of een autorijbewijs B is verplicht.

3 Helmplicht?

Ja, een helm is verplicht.

4 Verzekering?

De verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid is verplicht van zodra de motor autonoom kan werken. Dat is bij de meeste speed pedelecs en sommige gemotoriseerde fietsen het geval.

5 Wegcode?

Met snelheden tot 45 km/uur heeft de elektrische fiets meer weg van een bromfiets en speciaal voor dit type elektrische fiets is sinds 1 oktober 2016 de wegcode van Bromfiets klasse P in voege.

(Bron: FOD Mobiliteit)

Terugverdienen via fietsvergoeding?

De aanschaf van een elektrische fiets blijft een dure aangelegenheid. Vorig jaar bedroeg de gemiddelde verkoopprijs ruim 2325 euro. Een manier om een deel van jouw investering terug te verdienen, schuilt in het verzilveren van een fietsvergoeding. Let wel, deze vergoeding is geen plicht maar een gunst van jouw werkgever. Tips om jouw werkgever te overtuigen, vind je hierna.

En ook nog deze suggestie: de (elektrische) fiets promoten voor het woon-werkverkeer is niet alleen goed voor het milieu maar ook bevorderend voor het imago van het bedrijf waarvoor je werkt. Misschien heeft jouw werkgever hier wel oren naar. Succes!

Zo onderhandel je een fietsvergoeding

Werkgevers kunnen een vergoeding toekennen aan werknemers die hun woon-werkverkeer integraal of gedeeltelijk (bijvoorbeeld vanaf het station) met de (elektrische) fiets afleggen. De vergoeding is echter een gunst van jouw werkgever. Hoe hem of haar overtuigen? Met deze 5 staalharde feiten en cijfers.

100% aftrekbaar

De fietsvergoeding is tot 0,23 euro per kilometer een integraal aftrekbare bedrijfskost waardoor de bedrijfswinst en de daarop toegepaste vennootschapsbelasting daalt. De vergoeding is RSZ-vrij.

120% aftrekbaar

Ook niet te versmaden: investeringen in infrastructuur en fietsaccessoires zijn voor 120% aftrekbaar.

Goedkopere parkeervoorzieningen

Parkeervoorzieningen voor fietsen zijn goedkoper dan voor auto’s. Op één parkeerplaats voor auto’s passen minstens 10 fietsen.

Minder ziek

Diverse onderzoeken bevestigen dat fietsende werknemers minder vaak ziek zijn maar ook productiever, fitter en met minder stress aan hun taak beginnen.

Geen files

Fietsers staan niet in de file waardoor ze stipter op het werk verschijnen.

(Bron: Fietsersbond) 
Bron: Enquête gehouden bij ca. 1500 Belgische fietshandelaars (www.velofollies.be)