Image
fietsen in de herfst
Wanneer het regent, is de zichtbaarheid minder voor iedereen. Pas je snelheid aan en vergeet niet dat de remafstand groter is dan wanneer het wegdek droog is.

Het wordt herfst, de dagen worden korter en de bladeren vallen. Dat is geen reden om niet te fietsen in de herfst. Met deze tips hou je het veilig.


1. Kleed je voor de herfst

Omdat het in de herfst vaak regent, kies je best voor regenkleding. Het is belangrijk dat je zowel overdag als ‘s avonds en ‘s nachts zichtbaar bent. Het beste gaat dat met kleding in een lichte kleur, wit of knalgeel bijvoorbeeld. Maar de realiteit is anders: in de herfst kiezen veel mensen net voor donkere kleuren. Je kan dan best reflecterende bandjes aan je arm en enkel dragen. Die enkelbandjes zorgen er ook voor dat je broek niet tegen de ketting komt.

Kleed je in elk geval warm genoeg als je gaat fietsen in de herfst. Als je verkleumd op de fiets zit, is je reactietijd langer. Denk ook aan handschoenen: met koude vingers wordt het lastiger om te remmen en te schakelen. Laatste kledingtip: in de herfst staat de zon laag. Een zonnebril vermindert de kans dat je door de laagstaande zon verblindt wordt.

fietskleding voor de herfst
Kies voor aangepaste fietskleding, liefst in felle kleuren. (c) Martin Erd / www.pd-f.de


2. Zorg voor fietsverlichting

Als je fietst wanneer het donker is, zorg er dan voor dat je fiets uitgerust is met de verplichte fietsverlichting: een wit of geel licht vooraan en een rood licht achteraan. Het rode achterlicht moet ‘s nachts,zichtbaar zijn van op een afstand van 100 meter minimum. De de lichten niet noodzakelijk op de fiets zelf moeten bevestigd worden, maar dat het ook mag op kledij, bagage, rugzak, arm, hoofd, fietshelm – zolang ze maar zichtbaar zijn. Als je fietslampjes op batterijen werken, check dan hun levensduur voor je de weg op gaat.

Vergeet niet dat ook reflectoren verplicht zijn: vooraan een witte reflector en achteraan een rode reflector, gele of oranje reflectoren op de pedalen en zijdelingse reflectoren op de banden of spaken.


3.Fietsen in de herfst: draag een helm

Als je regelmatig fietst of je fiets dagelijks gebruikt om je te verplaatsen, investeer dan in een kwalitatieve uitrusting. Koop een helm: ook al is dit niet verplicht, een helm zal je beschermen bij een val. Lees zeker ons artikel hoe je een goede fietshelm vindt.


4. Durf je ruimte in te nemen

Wanneer je op de rijbaan fietst, moet je net zoals de andere bestuurders “zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan blijven”. Dit betekent echter niet dat je uiterst rechts moet rijden. Je mag zeker een bepaalde afstand behouden om je eigen veiligheid te garanderen.

Neem dus zeker je plaats in op de weg. Zo ben je veel zichtbaarder voor de andere weggebruikers en wordt de kans op een aanrijding kleiner. Meer nog, je creëert meer afstand tussen jezelf en de geparkeerde wagens aan de kant van de weg, waar onoplettende inzittenden zomaar hun deur zouden kunnen openzwaaien. Als een fietspad is, moet je dat gebruiken. Lees hier meer over verkeersregels voor fietsers.

Wees goed zichtbaar als je gaat fietsen in de herfst. (c) www.pd-f.de / Luka Gorjup / Lux Fotowerk


5. Fietsen in de herfst: pas je rijstijl aan bij regen

A ligt de rijweg of het fietspad er niet altijd ideaal bij - nat, met dorre bladeren. Voor je je traject aanvat, stippel je daarom best de veiligste route uit. Bekijk waar er fietspaden zijn en kies bij voorkeur voor een route mét vrijliggend fietspad. Let ook op rotondes en andere druk bereden verkeersaders.ren, witte stroken...

Het is een goed idee om je remmen na te laten kijken. Dat kan bij je fietshandelaar, of – in bepaalde gemeentes – door de fietstechnieker van Touring, gewoon bij je thuis.


6. Haal links in

Rechts inhalen is verboden. Auto’s die in beweging zijn – zelfs al is het aan een slakkengangetje – moet je dus altijd links inhalen. Alleen wanneer een bestuurder duidelijk maakt (bijvoorbeeld met zijn richtingaanwijzers) dat hij naar links wil afslaan, dan mag je die langs rechts inhalen.

Wanneer andere voertuigen niet in beweging zijn – bijvoorbeeld voor een rood licht of in een file – gaat het niet om inhalen maar om voorbijrijden. Dat mag in theorie zowel links als rechts. Maar hou er rekening mee dat bestuurders gewend zijn om links ingehaald te worden. Als je rechts voorbijsteekt, loop je bovendien het risico in de dode hoek te belanden van de bestuurder die je wil voorbijrijden. Hij zal je dus misschien niet kunnen zien. Zodra een ander voertuig weer begint te rijden, mag je het niet meer langs rechts voorbijrijden, want dan gelden de regels voor inhalen opnieuw!

Vergeet niet wanneer je een vrachtwagen, bus of een stilstaande tram voorbijsteekt te kijken of er geen voetgangers aan het oversteken zijn.


7. Rood licht: zet je vóór de eerste auto

Bij bepaalde verkeerslichten is er een voorsorteervak op de rijbaan geschilderd voor tweewielers. Stel je hierin op. Zo kan je als eerste vertrekken bij groen licht en vermijd je dat je vast komt te zitten tussen twee wagens. Opgelet: wanneer het eerste voertuig een vrachtwagen is, positioneer je dan op voldoende afstand vóór hen. Door de hoge bestuurderscabine kan de bestuurder je namelijk niet kunnen zien als je vlak voor de vrachtwagen opgesteld staat.


8. Wees duidelijk in je bedoelingen

Voor je links of rechts afslaat, moet je dit volgens de wegcode duidelijk maken aan de andere weggebruikers. Dat kan met richtingaanwijzers, als je fiets daarmee is uitgerust, of door een teken met de arm te maken.

Maar de wegcode zegt ook dat een armsignaal alleen moet ‘indien mogelijk’. Als het door een glad of slecht wegdek, tramsporen of kasseien gevaarlijk zou zijn om je stuur niet met beide handen vast te houden, ben je niet verplicht je arm uit te stelen. Probeer dan op een andere manier aan te geven dat je wil afslaan. Maak geen bruuske bewegingen en steek de rijbaan niet over zonder er zeker van te zijn dat andere bestuurders weten wat je gaat doen.


9. Fietsen in de herfst: stippel een veilige route uit

Als je gaat fietsen in de herfst, ligt de rijweg of het fietspad er niet altijd ideaal bij - nat, met dorre bladeren. Voor je je traject aanvat, stippel je daarom best de veiligste route uit. Bekijk waar er fietspaden zijn en kies bij voorkeur voor een route mét vrijliggend fietspad. Let ook op rotondes en ander druk bereden verkeersaders.

Met de gratis Bike to Work app van de Fietsersbond kan kiezen uit een pendelroute, een veilige route of de snelste route.


10. Heb vertrouwen

Wanneer je per fiets de weg op gaat, moet je zeker vertrouwen hebben in jezelf en je fiets onder controle hebben. Vraag gerust meer informatie bij de Fietsersbond, de GRACQ en bij ProVelo.

Heb je onderweg toch pech met je (elektrische) fiets? Touring heeft verschillende bijstandsformules voor fietsers. Bij pech, ongeval, lekke band, vandalisme of diefstal komen onze pechverhelpers ter plaatse om je bij te staan.